De hoofdstedelijke stem
klimt op tot het schellinkje,
's-werelds smalste engelenbak,
en ik mis geen woord.
Eens hoorde ik die stem breken
en bijna brak ik zelf
om de vader die niet meer zinvol sprak
en niet meer zinvol werd gehoord.
En op die stranden
sliep ik eens zelf
en op dat warme water deinde ik op en neer,
lang voordat er werd verdronken en gemoord.
Aan de Golf van Hammamet werden
mijn jonge schreden uitgezet
en nu hervind ik hen
verpakt in het gesproken en geschreven woord.
Tussen strand en engelenbak
ligt het leven
strak gespannen als een koord.
Herman Posthumus Meyjes
Deventer, 4 juni 2014
N.a.v. van de voorlezing in boekhandel Praamstra door de in Deventer geboren schrijfster Christine Otten uit haar onlangs verschenen roman 'Rafael', waarin de vaak fataal aflopende oversteek van vluchtelingen van Tunesiƫ naar het Italiaanse Lampedusa een grote rol speelt.
Stadsgedicht 26
Geen opmerkingen:
Een reactie posten