De Oehoeman
Het Raadhuis is verzonken in een diepe put –
de oudjes van Corel staan plotseling voor schut –
gezegend is de stad die door een oehoeman
de slaap niet vatten kan
en daklozen hebben de harde straat tot bed –
en huurders worden pardoes hun huizen uitgezet –
maar diep gelukkig is de stad die door een oehoeman
de slaap niet vatten kan
bevolking krimpt en mooie winkels blijven onbezet –
geen universiteit, en niemand die daar nog op let –
gezegend is de stad die door een oehoeman
de slaap niet vatten kan
en Deventer verschraalt tot anonieme plek –
museumloos, ambitieloos, naast Zwolle een vlek –
toch fijne stad die door een oehoeman
de slaap niet vatten kan
Lief Deventer, locatie van mijn rust en lusten,
droom voort, verrijs ter stelt, en verder: wel te ruste!
Herman Posthumus Meyjes
Deventer, 23 september 2013
Stadsgedicht 7
Geen opmerkingen:
Een reactie posten