maandag 5 mei 2014

Worpplantsoen

Een steen geworpen van mijn huis
en van daar een weinig verder
in het groen. Een noenmaal
in het gras, ach, als dat nog eens bereikbaar was .....
Een zoenmaal is ook goed, waarover
ik zo graag als jongen las.
Maar 't is een streng ontworpen park,
doorzichtig als kristal, getekend
met passer, liniaal en hark,
zonder struweel of struikgewas,
geen schuilplaats, geen bosschages …..
waar steel ik nog een kus,
waar streel ik nog een huid,
waar fluister ik nog een woord?
Zo raakt de liefde niet op vleugel,
al is het doorzicht schoon,
van ver reeds te bewonderen.
Een brede canapé met hoge rug,
in de gouden koepel neergezet,
als ware het een Venustempel van weleer,
met in het midden een liefdestroon,
doet ongetwijfeld wonderen
en kan misschien wel door de Nering Bögel.

Deventer, 29 juli 2013
Herman Posthumus Meyjes

Nering Bögel: ijzergieterij en een van de oudste industrieën in de stad, met wortels in de eerste helft van de 19e eeuw. Deed de herstelde en geheel vernieuwde muziekkoepel in het plantsoen in 2012 aan de stad cadeau.

Gedicht voorgedragen op zondagmiddag 4 mei in de muziekkoepel in het Worpplantsoen.


Stadsgedicht 3

Geen opmerkingen:

Een reactie posten